Waarom hebben Nederlanders op 5 mei slechts eens in de vijf jaar vrij?
Bevrijdingsdag is sinds 1990 een van de negen nationale feestdagen, maar werkgevers zijn op dat soort dagen niet verplicht hun werknemers vrij te geven: zelfs niet met Kerstmis of de jaarwisseling.
Voor een verplichte vrij dag zou er een algemeen werkverbod voor zo’n feestdag moeten komen. Het ministerie van Sociale Zaken zegt dat dit onmogelijk is, omdat er in bepaalde sectoren (denk aan de zorg en de beveiliging) altijd werknemers nodig zijn.
De sociale partners (werkgevers en vakbonden) spreken daarom in de cao-onderhandelingen af op welke feestdagen hun werknemers vrij zijn. In de meeste cao’s is het op 5 mei zo geregeld dat de dag om de vijf jaar geldt als een vrije dag: de zogenoemde lustrumjaren.
Dat is een overblijfsel van een aanbeveling die de Stichting van de Arbeid in 1959 deed aan de werkgevers. Sindsdien is dat in steeds meer cao’s opgenomen.
Een woordvoerder van de stichting, die fungeert als mediator tussen de overheid en de sociale partners, vertelt dat die aanbeveling een compromis is. De werkgevers zagen weinig in een jaarlijkse vrije dag.
Kan de overheid niet ingrijpen?
In theorie kan het Rijk van Bevrijdingsdag een verplichte vrije dag maken, zegt Miriam Kullmann, hoogleraar arbeidsrecht aan de Universiteit Utrecht. ‘Maar het zit een beetje in de Nederlandse traditie om afspraken over arbeidsverhoudingen over te laten aan de sociale partners: het poldermodel.’
Als gevolg hiervan kunnen de verschillen tussen sectoren groot zijn, zegt de hoogleraar. Zo zijn overheidswerknemers elk jaar vrij op 5 mei.
Volgens Kullmann wil de overheid zich niet wagen aan een wettelijke verankering. De gedachte is dat werkgevers en vakbonden zelf de vrijheid moeten hebben om afspraken te maken over vrije dagen, en of die wel of niet worden doorbetaald.
De overheid doet niet veel meer dan om de zoveel tijd een balletje opgooien bij de sociale partners, zegt hoogleraar Kullmann. Zo vroeg het kabinet-Rutte III in 2019 aan de Stichting van de Arbeid of het weer een voorstel wil doen aan de sociale partners om van 5 mei een jaarlijkse vrije dag te maken. Toenmalig premier Mark Rutte zei destijds: ‘Ik heb de indruk dat we heel dicht bij een jaarlijkse vrije dag zitten.’
Ook dit jaar doet de regering zo’n oproep. Eddy van Hijum, de minister van Sociale Zaken, zei vorige week in een brief aan de Kamer dat hij Bevrijdingsdag als jaarlijkse vrije dag ‘onder de aandacht’ zal blijven brengen bij de werkgevers en vakbonden. Volgens de minister is er een stijgende lijn te zien: in 2022 had 27 procent van de werknemers jaarlijks vrij op 5 mei en in 2024 lag dat percentage op 34 procent.
Hoe groot is de kans dat 5 mei een jaarlijkse vrije dag wordt?
Die kans lijkt klein. De werkgevers houden tot nu toe voet bij stuk. Zo zeggen werkgeversorganisatie VNO-NCW en ondernemersorganisatie MKB-Nederland niets te voelen voor de omtovering van 5 mei tot een jaarlijkse feestdag. Zij noemenhet idee ‘sympathiek’, maar stellen dat de rekening bij de Nederlandse ondernemers komt te liggen. Volgens de organisaties hebben de Nederlanders al veel vrije dagen.
In werkelijkheid hebben Nederlanders het laagste aantal vrije dagen van West-Europa. Als het gaat om het aantal nationale feestdagen bekleedt Nederland in vergelijking met andere EU-lidstaten een middenpositie. Zo heeft België één feestdag meer en daar geldt voor de privésector een werkverbod op feestdagen. Finland staat bovenaan het lijstje: het land telt dertien nationale feestdagen.
Hoe dan ook wacht het merendeel van de Nederlanders een somber vooruitzicht: maandag is de laatste 5 mei in de komende twintig jaar dat de meeste werknemers kunnen genieten van een extra vrije dag. Na dit jaar valt bevrijdingsdag pas in 2045 weer op een werkdag (alleen de lustrumjaren meegeteld). In 2030, 2035 en 2040 valt 5 mei in het weekend. De meeste Nederlanders zijn dan sowieso al vrij.
Geselecteerd door de redactie