Een doorzeefde soldaat van het Rode Leger zweeft boven de schietbaan in Ołtarzew, een voorstad van Warschau. Met een druk op de knop haalt Kamil (41) de tekening van de infanterist – rode ster op zijn bontmuts en vervaarlijke mitrailleur in zijn handen – dichterbij. Hij omcirkelt de kogelgaten waar echtgenote Aleksandra (34) doel heeft getroffen. De keuze voor deze tekening is ‘niets persoonlijks tegen de Russen’, zegt een breed lachende Kamil, die zijn vrouw schietles geeft. Het is haar ‘derde of vierde keer’, zegt Aleksandra, zodat ook zij kan omgaan met de twintig vuurwapens die ze in huis hebben.
Kamil: ‘We hebben alles. Van een Glock (een pistool, red.) tot een AK-47.’ Hun achternaam willen ze liever niet in de krant. ‘Schrijf maar Kowalski’ (de Poolse variant van ‘Jansen’). Kamil is een liefhebber, schieten is een vorm van ontspanning. ‘Het is gewoon leuk’, valt Aleksandra bij. Maar veiligheid is ook belangrijk. ‘Als er iemand voor mijn deur staat en voor mijn vrouw en drie kinderen komt, dan kunnen ze hun borst natmaken.’ In het stadje waar ze wonen, tien minuten rijden van de schietbaan, zijn ze niet alleen. ‘In onze straat wonen acht families met wapens in huis.’
Afgelopen jaar werd in Polen een recordaantal wapenvergunningen afgegeven, meldde dagblad Rzeczpospolita op basis van politiecijfers. Ging het voor de grootschalige invasie van Oekraïne in 2022 jaarlijks om enkele duizenden, in het eerste oorlogsjaar waren het er 37 duizend. Vorig jaar steeg dit tot bijna 46 duizend.
Modeverschijnsel
Inmiddels telt het land ongeveer een miljoen legale wapens op 40 miljoen inwoners. Sinds de val van het communisme bewapenden Poolse burgers zich nooit zo snel als nu. Volgens het dagblad beginnen vuurwapens een modeverschijnsel te worden, ook is de wetgeving iets versoepeld. Maar deze ontwikkeling valt niet los te zien van de oorlog in buurland Oekraïne.
Andrzej Marcjanik, eigenaar van een schietbaan in het centrum van Warschau, beaamt dit. Hij houdt kantoor tussen Amerikaanse posters die wapenbezit bejubelen en foto’s van de schietclub waarvan hij voorzitter is. Een groep scholieren loopt met lek geschoten schietschijven de deur uit – sinds kort verplicht onderdeel van het schoolcurriculum.
Interesse in vuurwapens hangt vaak samen met het wereldnieuws, zegt Marcjanik. ‘We zagen een piek na 9/11 en de aanslag op Charlie Hebdo in Parijs.’ Wat nu anders is: het is een trend. Lieten nieuwkomers vroeger na een opwelling verstek gaan, nu ziet Marcjanik terugkerende klanten die doorzetten.
Psychologische test
Aspirant-vergunninghouders komen terecht bij schietbanen zoals deze, in de kelder van een groter sportcomplex. Daar krijgen ze les en halen een diploma. Na een medische en psychologische test kunnen ze vervolgens een vergunning krijgen. Zoals de 66-jarige Inez Macias, die dit jaar is begonnen. ‘Vanwege de onzekere tijden waarin we leven en de oorlog in het oosten.’
Nu de Amerikaanse toewijding aan de verdediging van Oost-Europa en een rechtvaardige vrede in Oekraïne afkalft, probeert de Poolse regering het hoofd koel te houden. Ze zet in op Europese defensie-industrie en weerbaarheid van de samenleving: dit jaar krijgen alle Poolse huishoudens een instructieboekje voor crisis- en oorlogstijd.
Desondanks bereidt Macias zich ook voor door te leren schieten. Vertrekken als de Russische agressie escaleert, daar denkt ze niet aan. ‘Wij zijn geen mensen die wegrennen.’
Een andere opmerkelijke economische trend in Polen is het groeiende aantal mensen dat een tweede huis koopt in bijvoorbeeld Spanje, behalve zonnig ook ver weg van Rusland. Maar Macias en haar echtgenoot slaan lang houdbaar voedsel in, de kelder staat al vol. En straks dus ook een vuurwapen. ‘Ik voel me niet per se veiliger. Maar ik voel me wel krachtiger.’
‘In eerste instantie een sport’
Małgorzata Pietraszewska, eigenaresse van de schietbaan in voorstadje Ołtarzew, benadrukt dat schieten ‘in eerste instantie een sport is’ en ook zo moet worden bekeken. Polen die vuurwapens in huis halen om te anticiperen op een escalatie van de oorlog, dat lijkt haar onverstandig. ‘Daar hebben we het leger voor. Militairen zijn getraind en hebben een plan.’
Sommige van haar klanten denken daar anders over, zoals het echtpaar ‘Kowalski’. Kamil: ‘De overheid doet te weinig. Ze hadden na het uitbreken van de oorlog alle Polen tussen de 18 en 65 onmiddellijk wapentraining moeten geven.’
Grootschalige investeringen in defensie en een recente oproep van Tusk om alle volwassen Poolse mannen militaire training te bieden, stellen hem niet gerust. ‘Nu pas? Het is al drie jaar oorlog!’
Ook de 64-jarige Krzysztof Bartosz, die net van de schietbaan af wandelt, heeft weinig vertrouwen in de overheid. Geen zeldzaamheid in Polen, waar wel meer inwoners van mening zijn dat je beter je eigen boontjes kunt doppen, ook in vredestijd.
‘Net als in 1939’
‘We zijn totaal onvoorbereid’, zegt hij. Komt er oorlog, dan ‘wordt het net als in 1939’. Toen werd Polen in een maand ondanks hevig verzet onder de voet gelopen door nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie.
Bartosz oogt alsof hij dit al jaren doet, met zijn camouflagepak en professionele uitrusting. Maar hij schiet pas een jaar en kreeg zijn vergunning enkele maanden terug. ‘De toestand van de wereldpolitiek’ was zijn voornaamste drijfveer. ‘Nu heb ik spijt dat ik het niet eerder heb geleerd, want het is ook een hele fijne sport.’
Hij probeert niet te tobben over Rusland, Oekraïne en de nieuwe Amerikaanse wispelturigheid. ‘Het bevalt me slecht, maar je hebt er geen enkele invloed op.’
Zijn wapen is een vorm van controle, zegt Bartosz. ‘Ik voel me veiliger. Het geeft je meer kans. Ik laat me niet als een lammetje naar de slachtbank leiden. Maar ik hoop dat ik het nooit buiten de schietbaan hoef te gebruiken.’
Lees ook
Geselecteerd door de redactie