In een ideale wereld zou iedereen gratis en zonder voorwaarden vooraf mogen weten wanneer er regen uit de lucht gaat vallen. In deze volmaakte wereld zou je niet eerst hoeven te vertellen waar je woont, welke websites je bezoekt, welke interesses en hobby’s je hebt, of je naar de kerk gaat en of je misschien heteroseksueel bent of niet.Maar die ideale wereld bestaat niet.En daarom staat donderdag in Den Haag de Nederlandse Vereniging van Weerbedrijven, mede namens Buienalarm, Weeronline en Buienradar, bij de rechter om zich te beklagen over het KNMI, dat een weerapp met neerslagradar aanbiedt die gratis is én advertentievrij. Buienalarm en co noemen dat oneerlijke concurrentie en voelen zich ‘bedreigd in ons voortbestaan’.VerdienmodelHoewel de rechtszaak officieel gaat over wat wel of niet tot de wettelijke taken van het KNMI behoort, staat ook het verdienmodel van commerciële weerapps op het spel. Dat Buienalarm en anderen geld verdienen via persoonlijke advertenties is bekend. Zo komen internetbedrijven, websites en sociale media aan geld, net zoals mediabedrijven zoals DPG Media, eigenaar van de Volkskrant.Om die advertenties zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de behoeften en de interesses van gebruikers, verzamelen bedrijven data over hen. Heel veel data. Jaap-Henk Hoepman, universitair hoofddocent privacy en technologie aan de Radboud Universiteit: ‘Hoe meer je over een gebruiker weet, hoe waardevoller de informatie is.’Wat weerapps daarbij bijzonder aantrekkelijk maakt is dat de mensen die ze gebruiken vaak hun locatie met de app delen. Je wilt immers weten of het in jóúw buurt of stad gaat regenen. Hoepman: ‘Gebruikers hebben geen idee hoe gedetailleerd de verzamelde informatie over hen is en waar die vervolgens terechtkomt.’DataverzamelingEén keer ‘akkoord’ volstaat om tot in lengte van dagen te worden gevolgd. Al bij het openen van de app, wanneer een klein bestandje (cookie) op de telefoon wordt gezet, begint de dataverzameling. IP-adres, details over de telefoon en de gebruikte browser, de telefooninstellingen, de interesses van een gebruiker en website- en interactiebezoek worden opgeslagen en gaan naar tientallen, zo niet honderden advertentiepartijen. Die verrijken die data vervolgens met ‘probabilistische identificatoren’: informatie over een gebruiker die ze ergens anders al hebben verzameld. Die data voegen zij samen en daarop bepalen zij in milliseconden of ze een advertentie gaan aanbieden en welke.Dit proces is niet alleen zeer ingrijpend vanwege de grote privacyschending, het speelt zich ook af in een grijs gebied. Want hoewel partijen als Buienalarm en Weeronline keurig hun advertentiepartners vermelden – zo deelt Weeronline data met liefst 372 partijen – is onduidelijk wat die vervolgens met de gegevens doen. De Amerikaanse privacy-organisatie EFF noemt dit ‘het meest privacy-invasieve surveillancesysteem waar je nog nooit van hebt gehoord’. In dat grijze gebied is een ecosysteem ont